150 jaar: Homilie van kardinaal Mamberti
Broeders en zusters,
Onze vreugdevolle bijeenkomst vandaag staat in het teken van de dankbaarheid aan de Heer voor 150 jaar Pro Petri Sede. De vereniging werd opgericht door de pauselijke zoeaven bij hun teugkeer in België, in Nederland en in het groothertogdom Luxemburg na de inname van Rome. De zoeaven hebben zich onderscheiden door hun moed tijdens de gevechten toen ze de onafhankelijkheid en de soevereiniteit van de opvolger van Petrus verdedigden, maar ook door hun actieve naastenliefde toen ze de bevolking van Rome bijstonden tijdens de choleraepidemie in 1867. Tijdens deze Mis willen we hen in herinnering brengen en voor hen bidden. Wij willen ook bidden voor alle leden van de vereniging Pro Petri Sede, die elkaar zijn opgevolgd en tot op onze dagen dezelfde geest van geloof, dienstbaarheid en solidariteit in stand hielden.
De doelstellingen van de vereniging zijn inderdaad steeds dezelfde gebleven: getuigenis van een consequent christelijk leven, gekenmerkt door liefde tot God en tot de naaste, steun aan de opvolger van Petrus, die van Christus de opdracht kreeg zijn broeders te versterken in het geloof.
In de brief waarmee paus Franciscus mij benoemde tot zijn speciale gezant bij deze viering schreef hij: “Groet en bemoedig alle aanwezigen om hun apostolische ijver te vernieuwen opdat zij de Heer zouden loven met hun leven, in de kracht van de hoop, die voortkomt uit het geloof en geïnspireerd door de liefde tot God en door mededogen.” In deze korte zin komen de drie theologale deugden aan bod: het geloof, de hoop en de liefde. In zijn boodschap voor de Wereldmissiedag van 2019 zei de Heilige Vader in dit verband: “De Kerk is op zending in de wereld. Het geloof in Jezus Christus geeft ons de juiste dimensie van alles en doet ons de wereld bekijken met de ogen en het hart van God. De hoop opent voor ons de eeuwige horizonten van het goddelijk leven, waaraan wij werkelijk deelnemen. De liefde, waarvan wij een voorsmaak krijgen in de sacramenten en in de broederlijke liefde, drijft ons voort tot aan de grenzen der aarde”.
Alles ontstaat uit het geloof in de Heer. Het geloof is een geschenk van God, dat we kregen bij het doopsel en dat wij tot leven moeten wekken door gebed, door innerlijk leven en door actie. Het gelaat van de Heer dat we zoeken in de beschouwing, vinden we ook terug in het gelaat van onze broeders, vooral van de minsten en de liefde tot God is onafscheidelijk van de liefde tot de naaste. Het offer van ons leven, een lofzang die God aangenaam is, omvat op onafscheidelijke wijze deze twee aspecten van de liefde en wij leven in de hoop, die ons toelaat vooruit te gaan zonder ons te laten ontmoedigen door de moeilijkheden en de mislukkingen in het besef dat het rijk van Christus groeit op een wijze die ons menselijk begrip te boven gaat.
Wij leven in een wereld waarin het geloof in God vaak afwezig is, vervangen door afgodendienst, het streven naar goederen die voorbij gaan of hersenschimmen van ideologische aard. Wij lijden daaronder, maar moeten de moed niet verliezen. Integendeel we moeten er naar streven een helder en geloofwaardig getuigenis af te leggen. De pandemie die ons nu reeds 2 jaar in haar greep houdt heeft de levensomstandigheden van tal van mensen nog moeilijker gemaakt. En terwijl we dankbaar mogen zijn om de grote golf van solidariteit die op gang kwam, kan niet worden ontkend dat de zwakke plekken van het economisch en sociaal bestel nog schrijnender zijn geworden ten nadele van de zwaksten, zoals bv. onze ouderen. In deze situatie is het passend schreef de heilige Joannes Paulus II in zijn encycliek Veritatis Splendor “dat de overtuiging steeds meer veld wint dat het noodzakelijk is te komen tot een radicale persoonlijke en sociale vernieuwing om de rechtvaardigheid, de solidariteit, de eerlijkheid en de transparantie te waarborgen.” De christenen hebben een belangrijke rol te spelen in deze bewustwording.
Zeker, deze vernieuwing moet starten bij onszelf en dient zich vooral te manifesteren in een bekering van het hart. Iedereen moet een gewetensonderzoek doen. Paus Franciscus schrijft in zijn encycliek Fratelli tutti: “Is het onverschillig en onbarmhartig individualisme waarin we zijn terecht gekomen niet eveneens het resultaat van onze traagheid om de hogere waarden op te zoeken die boven de noden van het ogenblik uitstijgen?” Geconfronteerd met een onverwachte en beangstigende crisis worden wij bekoord om ons op te sluiten in onszelf in afwachting van betere tijden of maken wij er een gewoonte van voorbij te gaan aan de noden van de anderen. Maar dat is niet wat de Heer ons vraagt. Wij hebben de plicht een antwoord te bieden op de actuele uitdagingen en een helpende hand te reiken aan wie nood heeft aan ondersteuning. Zo leggen wij in de wereld getuigenis af van de kracht en de vreugde van het evangelie.
Ieder van ons kan tal van zaken verrichten en de traditionele lijst van lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid is daarbij slechts richtinggevend. Dikwijls volstaat een goed woord of zelfs maar een blik om onze naaste een beetje vreugde te bezorgen en wij moeten onze inspanningen daarbij verdubbelen. Maar dat volstaat niet. Onze persoonlijke bekering moet leiden tot een gemeenschappelijke inspanning om de wereld te veranderen. De globalisatie van de informatie brengt onder onze ogen alle plagen die de mensheid treffen en die pas op een efficiënte wijze aangepakt kunnen worden door een collectieve actie van de hele mensenfamilie. Het is niet nodig dat ik u herinner aan de plagen waarop paus Franciscus zo dikwijls de aandacht vestigt: de verloedering van het leefmilieu, de armoede. Hij noemt ze de slechte vruchten van een wegwerpcultuur,” la cultura dello scarto” zoals hij zei bij het begin van zijn pontificaat. “Deze wegwerpcultuur dreigt een algemene mentaliteit te worden, die de hele wereld besmet. Het menselijk leven, de menselijke persoon worden niet meer beschouwd als een primaire waarde die gerespecteerd en bewaakt moet worden, in het bijzonder wanneer het gaat om arme of gehandicapte personen, die niet meer productief zijn, om het ongeboren leven of om de ouderen” (Algemene audiëntie van 05.06.2013).
Vanuit onze opvatting dat de mens door God naar Zijn beeld is geschapen en gered is door Christus moeten wij onze bijdrage leveren aan de oplossing van deze problemen. Sommigen zijn van oordeel dat het hier gaat om een ongepaste inmenging in het leven van de seculiere maatschappij, een aanslag op de laïciteit van de Staat. Maar dat is niet zo. De Kerk heeft het recht en de plicht het evangelie te verkondigen in al zijn dimensies, ook in zijn sociale dimensie. Het komt de Kerk toe het bevrijdende woord van het evangelie te laten weerklinken in alle domeinen van de menselijke activiteit. De heilige Paulus VI schreef in zijn apostolische exhortatie Evangelii nuntiandi: “Krachtens de publieke waarde van het evangelie en het geloof en ter wille van de perverse effecten van de onrechtvaardigheid, d.w.z. van de zonde, kan de Kerk niet onverschillig blijven in sociale aangelegenheden.” Goede vrienden, uw engagement in de vereniging die de Stoel van Petrus en diens werken wil steunen, voegt zich in het kader van de bekommernis van de Kerk om alles wat menselijk is. In het leergezag vinden jullie de inspiratie en de spirituele grondslag van uw activiteiten, die een deelname zijn aan de zending van de Kerk, die strijdt voor de integrale menselijke ontwikkeling van iedere persoon. Zo drukte de Heilige Vader het uit tijdens uw laatste audiëntie in februari 2020. Wij beluisterden in het evangelie van deze dag de dialoog tussen Jezus en zijn apostelen: zijn vraag, het antwoord van Petrus in naam van de groep en de belofte van Jezus: ’Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal ik mijn Kerk bouwen.’ De Kerk is gegrondvest op het geloof van Petrus en zijn opvolger staat garant voor onze eenheid in het geloof. Laten wij vandaag bidden voor de Heilige Vader, zoals hij zo dikwijls vraagt. Laten we bidden voor de Kerk, waarvan wij de kinderen zijn. ‘Niemand heeft God als Vader, indien hij de Kerk niet heeft als moeder’ zei reeds Cyprianus van Carthago in de 3e eeuw. Moge het mooie verjaardagsfeest van de vereniging Pro Petri Sede voor u een gelegenheid zijn om uw engagement in dienst van de Kerk te verdiepen. Dat is de verantwoordelijkheid van ieder van ons, want wij zijn de levende stenen in de opbouw van de geestelijke tempel, die de Kerk is, zoals de 2e lezing van deze Mis ons in herinnering bracht.
Wij wenden ons tot de maagd Maria, moeder van de Kerk opdat zij ons iedere dag zou steunen op onze levensweg en ons zou helpen steeds meer geloofwaardige getuigen te zijn van Christus’ liefde.
Kardinaal Dominique Mamberti
Vertaling door Z.E.H. Dirk Van Kerchoven – Foto’s © AEN
Partagez cette info ! - Deel deze info!
- Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)